De ambulancezorg in de gemeenten Vijfheerenlanden en West Betuwe wordt verzorgd door de Regionale Ambulance Voorziening Utrecht (RAVU) en Ambulancezorg Gelderland-Zuid. Samen hebben zijn 34 locaties verspreid over de regio’s, waarvan 18 opkomstlocaties en 16 steunpunten. Opkomstlocaties zijn posten waar personeel de dienst begint en eindigt. Steunpunten zijn locaties waar ambulances gedurende de dienst kunnen staan om de ambulancedekking in een bepaald gebied te waarborgen. Dit kunnen daadwerkelijk (kleine) posten zijn of een strategisch gekozen punt bij bijvoorbeeld een grote kruising. De centralist op de meldkamer bepaalt of het nodig is om een ambulance naar een steunpunt te sturen. In tegenstelling tot opkomstlocaties zijn steunpunten niet 24/7 bezet met een ambulance.
In de gemeenten Vijfheerenlanden en West Betuwe bevinden zich 2 opkomstlocaties (Schoonrewoerd en Rumpt) en 2 steunpunten (Lexmond en Waardenburg). Het steunpunt in Waardenburg bevind zich in de brandweerkazerne aan de Steenweg. Vooral aan de westkant van de gemeenten wordt gebruik gemaakt van ambulances van Ambulancedienst Zuid-Holland Zuid, post Schelluinen, omdat deze daar sneller ter plaatse kunnen zijn.
Bij ernstige ongevallen of levensbedreigende situaties kan de ambulancezorg in Nederland een beroep doen op een traumahelikopter, ook wel Lifeliner genoemd. De bemanning bestaat uit een piloot, een verpleegkundige en een arts (meestal een traumachirurg of anesthesioloog). Het doel van de traumahelikopter is om een arts zo snel mogelijk op de plaats van het incident te krijgen. Nederland heeft de beschikking over 4 traumahelikopters die, op een paar kleine stukken na, een landelijke dekking bieden. De helikopters staan op Heliport Amsterdam (Lifeliner 1), Rotterdam The Hague Airport (Lifeliner 2), Vliegbasis Volkel (Lifeliner 3) en Groningen-Eelde Airport (Lifeliner 4). Daarnaast beschikt men bij onderhoud of storingen van een helikopter over twee reserve helikopters. Deze staan in een hangar op Lelystad Airport.
De gemeenten West Betuwe en Vijfheerenlanden liggen deels in het grensgebied van de Lifeliners 1, 2 en 3. De helikopters kunnen ingezet worden aan de hand van vooraf opgestelde inzetcriteria. Dit noemt men een primaire inzet. De helikopter kan ook worden ingezet op vraag van de ambulance ter plaatse. Dit noemt men een secundaire inzet. De centralist op de meldkamer bepaalt uiteindelijk op basis van beschikbaarheid over welke helikopter wordt ingezet.
De zes taumahelikopters zijn van het type EC135. Deze zijn gebouwd bij de fabriek van Airbus in Donauwörth in Duitsland. Naast de helikopters beschikken de teams ook over een MMT-voertuig. Deze wordt bijvoorbeeld gebruikt als de helikopter door weersomstandigheden niet kan opstijgen. De auto’s zijn inzetbaar in hetzelfde gebied als de helikopter. Er zijn 3 type MMT-voertuigen: Audi Q7 (Lifeliner 1 en Lifeliner 2), Volvo XC90 (Lifeliner 3) en Volkswagen Touareg (Lifeliner 4).
Klein onderhoud voor de helikopters wordt gedaan door ANWB-MAA op Lelystad Airport. Dit is een dochteronderneming van de ANWB. Zij zijn eigenaar van de helikopters. MAA staat voor Medical Air Assistance. Voor groot onderhoud gaan de helikopters naar de ADAC Luftrettung-werkplaats in het Duitse Bonn-Hangelar.
